Eén jaar als allochtoon
Na vijf jaar in het prachtige Delft te hebben gestudeerd, besloot ik á la Ik vertrek het avontuur op te zoeken bij onze oosterburen: een master aan de Technische Universität Berlin. Ondanks dat ik dit avontuur al langer volhoud dan de gemiddelde Ik vertrek-deelnemer, verliep dit alles niet zonder moeilijkheden. Tijd voor wat reflectie.
Natuurlijk betekende mijn vertrek dat ik zou gaan studeren aan een nieuwe universiteit. Aangezien ik het goedgeorganiseerde Delft gewend was, moest ik even wennen aan de perikelen die op de veel goedkopere (€300,- per semester) Duitse universiteit plaatsvinden.
Enkele voorbeelden:
We laten je pas na de eerste collegeweek weten dat je bent toegelaten tot de universiteit, gefeliciteerd! Oh, bijna alle vakken zitten inmiddels vol. Bovendien had je vorige week al enkele opdrachten moeten inleveren als je mee had willen doen. Succes met het vullen van je semester!
Of toen ik mij, volledig terecht, inschreef voor een tweede tentamenpoging:
Ik zie dat je je hebt ingeschreven voor de tweede mogelijkheid om dit tentamen te doen, dat mag bij dit vak alleen als je de vorige keer ziek was of het tentamen niet gehaald hebt. Tot volgend jaar!
Ook ging ik in Berlijn op zoek naar een plek om te wonen. Al gauw werd duidelijk dat hier het studentenleven op een andere manier wordt georganiseerd. Ik vond namelijk een kamer via een zogenaamde Studentenverbindung, qua concept vergelijkbaar met een Nederlandse studentenverenging, het verschil is echter dat Berlijn zo’n vijftig verenigingen telt en dat die verenigingen een stuk kleiner zijn (15-50 leden). Dit maakt het lid zijn van zo’n vereniging ook een stuk minder gebruikelijk, gezien de aantallen studenten hier. Deze verenigingen worden vergezeld door het umgekehrte Generationvertrag: oudere generaties zorgen voor de jongere generaties. Leden, van soms wel ouder dan 60, komen dus geregeld langs om een biertje te drinken én dragen bij aan de instandhouding van de vereniging. Met hun bijdrage wordt een prachtige monumentale stadsvilla midden in Berlijn onderhouden, ik mag daar, samen met de andere student-leden van mijn Verbindung in wonen.
De stad Berlijn zelf, was voor mij de primaire reden om hier te gaan studeren. Na hier een jaar volop mee te draaien, ben ik erachter dat bijna alles hier gemoedelijker is, het OV bijvoorbeeld: Ze hebben hier ouderwets papieren kaartjes, waarmee je vanuit iedere plek in Berlijn voor €3,40 helemaal naar Potsdam kunt met de trein en studenten reizen altijd gratis. Ter vergelijking: dezelfde afstand, Rotterdam - Leiden kost bij de NS €7,40. Daarnaast rijden de metro’s in het weekend ook gewoon ‘s nachts en kun je doordeweeks met nachtbussen altijd thuiskomen.
Ook zijn in Berlijn de restaurants dusdanig goedkoop én gezond, dat je hier elke dag uit eten kan. De universiteit stimuleert met een subsidie gezond eten, waardoor er door de hele stad Mensa’s zijn waar je voor ongeveer €3,00 kunt eten. Zelf koken is dus duurder! Bij een plaatselijke Turk of Aziaat ben je voor een goede uitgebreide maaltijd + drankje ook slechts €10,00 kwijt.
Bij Duitse cultuur hoort uiteraard ook veel bier en ook die biertjes zijn enorm voordelig te vinden in Berlijn. De bodemprijs die ik tot nu toe gevonden heb is €1,60 voor een halve liter. Als je het helemaal voordelig wilt maken, dan kun je ook nog een koud biertje voor rond de 1 euro bij de Spätkauf kopen. Op straat of in het park drinken is hier namenlijk gewoon toegestaan.
Het enige waar ik tegenaan liep was de bureaucratie en het Ordnung muss sein. Ik dacht altijd dat dat voor Duitsers echt een cultuurding was, maar nu ik een tijdje met ze samen leef ben ik erachter dat dat hier gewoon strict noodzakelijk is. Als je een taak aan de fantasie van een Duitser overlaat, dan gebeuren er rare dingen. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de wildgroei van (toelatings)structuren bij vakken aan de universiteit. Hier zijn namelijk geen richtlijnen voor.
Toch is het ontzettend leuk om een cultuur van binnenuit te leren kennen. Wat vooral heel apart is is dat je op die manier heel anders naar je eigen cultuur gaat kijken. Als ik in Nederland ben, dan denk ik van “Wat is het hier toch netjes aangeharkt” tot “Wat staan jullie allemaal te dringen bij het instappen van de trein”. Al met al ben ik enorm tevreden met mijn keuze om dit avontuur aan te gaan. Ik kan het zelfs iedereen aanraden.